Kenmerken.

Niet alle symptomen komen bij alle Rett patiënten voor en ook de ernst van de symptomen varieert sterk. Sommigen kunnen stappen, anderen zijn volledig immobiel, met alle varianten tussenin.

  • Een ontwikkelingsstilstand tussen de zes en de achttien maanden.
  • Een verlies van verworven vaardigheden (praten, stappen, zelfstandig eten, …) na een schijnbaar normale initiële ontwikkeling.
  • Een verandering in de sociale contacten (zich terugtrekken, verminderd oogcontact, …) Dit wordt vaak verward met autisme.
  • Doelgericht gebruik van de handen vermindert en wordt vervangen door stereotiepe, compulsieve handbewegingen (klappen, wringen, wassen, in de mond stoppen, kloppen, …)
  • De spraak ontwikkelt zich niet, of het vermogen tot praten verdwijnt.
  • Ademhalingsstoornissen (naar lucht happen, hyperventileren, ophouden van de adem, …)
  • Indien het stappen zich ontwikkeld heeft en behouden blijft (ongeveer 50% van de Rett patiënten): een stijve, wijdbeense gang.
  • Een vertraagde groei van de aanvankelijk normale schedelomtrek.
  • Een slechte bloedcirculatie in de ledematen, met koude handen en voeten als gevolg.
  • Spasticiteit, die met de jaren erger wordt. De spieren worden steeds stijver en er kunnen gewrichtsmisvormingen optreden.
  • Scoliose of kyfose (ruggengraatkromming).
  • Epilepsie.
  • Tandenknarsen of bruxisme.
  • Slaapstoornissen met nachtelijke gil-, huil- en/of lachbuien.
  • Groeivertraging.
  • Spijsverteringsproblemen, slikproblemen, reflux, constipatie.
  • Incontinentie.